Macropodia parva Van Noort & Adema, 1985
Nederlandse naam:
Kleine hooiwagenkrab
Beschrijving:
Het rugschild kan tot 11 mm lang zijn en 7 mm breed. Het heeft eenzelfde peervorm als de spinkrabben hebben, alleen ieler en spitser. Het rostrum is net als bij de spinkrabben een in tweeën gesneden scherpe punt. Het voorste deel van het rugschild sluit hierop aan en de ogen lijken daardoor ongeveer halverwege een naar voren stekende punt van het rugschild te zitten. Ze zitten op duidelijke steeltjes, die niet naar voren, maar schuin naar opzij wijzen. Enkele grote knobbels op het rugschild. Maar het meest vallen de looppoten op, die in verhouding tot het lichaam enorm lang en dun zijn. De schaarpoten zijn ook vrij mager en een stuk korter dan de looppoten. Bij de mannetjes zijn ze wat forser dan bij de vrouwtjes.
Kleur:
Geelbruin tot vrijwel kleurloos.
Voedsel:
Over de biologie van deze soort is nagenoeg niets bekend.
Leefgebied:
Op bodems met rotsen, tussen de begroeiing, maar ook op zandbodems. Van de laagwaterlijn tot 40 meter diep.
Verspreiding:
Vondsten uit Zuid-Noorwegen, Zweden, Nederlandse kust en Zuid-Portugal.
Opmerking:
De kleine hooiwagenkrab lijkt veel op de gewone hooiwagenkrab (Macropodia rostrata ), maar hij is veel kleiner.