Verruca stroemia (Müller)
Nederlandse naam:
Ritspok
Beschrijving:
In tegenstelling tot andere zeepokken, zijn die in de familie Verrucidae asymmetrisch. Ze hebben vier wandplaten - twee normale en twee aangepaste afdekplaten - plus één afdekplaat, ontstaan uit het samengroeien van de twee andere afdekplaten. Deze functieverschuiving van de diverse platen is er de oorzaak van, dat de soort asymmetrisch is. Verruca stroemia ziet er zeer onregelmatig en tamelijk exotisch uit. De dikke wanden zijn sterk geribbeld en gevouwen. De ribbels lopen voor een belangrijk deel horizontaal en grijpen in elkaar waar de platen op elkaar aansluiten. Het huisje is vrij plat en maar 5 mm in doorsnede. Kleur: vuilwit tot bruin. Als het huisje open staat, zijn rond de opening roze tot rode flapjes te zien.
Voortplanting:
De winter is de voortplantingstijd. Het duurt lang voordat de larven uitkomen: pas in het voorjaar en de zomer gebeurt dat. Het vestigen van de cypris larven vindt plaats tussen april en september.
Leefgebied:
Van de laagwaterlijn tot meer dan 500 m diepte. Aan de onderkant van stenen, in holletjes, op schelpen en op grote wieren.
Verspreiding:
Van de Witte Zee en IJsland tot de Middellandse Zee. Rond de Britse Eilanden zeer algemeen.