Sargassum muticum (Yendo) Fensholt
Nederlandse naam:
Japans bessenwier
Beschrijving:
Een grote soort, die in de jaren zeventig per ongeluk met oesters in West-Europa is ingevoerd vanuit Japan. De soms meterslange hoofdstelen hebben een aantal regelmatig afwisselend geplaatste zijtakken, waaraan kleine blaadjes zitten zonder middennerf. Karakteristiek zijn de kleine drijfblazen - doorsnede tot 5 mm - aan het eind van korte steeltjes. Daaraan heeft de soort zijn Nederlandse naam te danken.
Kleur:
Groenbruin; de drijfblaasjes zijn vaak wat geelachtig bruin van kleur.
Voortplanting:
Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen zitten op dezelfde plant. Nog in de moederplant vinden de eerste delingen van de bevruchte eicel plaats. Dat wil zeggen, dat er eigenlijk jonge plantjes vrijkomen, waardoor de plant zich razendsnel kan uitbreiden als hij eenmaal ergens gevestigd is. Er breken regelmatig stukken van de plant af die zulke embryo’s in ontwikkeling bevatten: die zorgen voor een snelle verspreiding.
Leefgebied:
Laag in het intergetijdengebied en dieper; ook in stilstaande zoute wateren. Op rotsen en stenen en andere harde ondergrond. Kan ook goed tegen lagere zoutgehaltes.
Verspreiding:
Oost-Azië, met name Japan; in Europa van de zuidelijke Noordzee tot aan Noord-Spanje.
Opmerking:
Deze soort kan hele bossen vormen. Lastig voor duikers om doorheen te komen, maar nog lastiger voor de pleziervaart. Er zijn de nodige schroeven onklaar geraakt door dit wier. Op veel plaatsen werd het in Europa als een plaag beschouwd en er werden grote schoonmaakacties op touw gezet. Hij is waarschijnlijk ook ecologisch gezien niet onschadelijk, in die zin, dat hij plaatselijke soorten kan verdringen, onder meer door plaats in te nemen en door schaduw te veroorzaken waar sommige soorten niet goed tegen kunnen. Nu lijkt de soort weer wat op de terugtocht te zijn. Aan de andere kant zijn er ook soorten die van schaduw houden en zelfs die het bessenwier prettig vinden om op te groeien. Japans bessenwier kan dus een verandering van de plaatselijke ecologie veroorzaken. De plant sterft in de nazomer grotendeels af. In de winter zijn er slechts korte steeltjes met enkele blaadjes aanwezig. Het is, zoals de geslachtsnaam aangeeft, een nauwe verwant van het wier dat in enorme bossen drijvend in de Sargassozee (Atlantische Oceaan) wordt gevonden.