Sagartia troglodytes (Price, in Johnston, 1847)
Nederlandse naam:
Slibanemoon
Beschrijving:
Zuil tot ca. 12 cm lang en iets minder dik. Onderaan is de zuil het dikst – maar dat is bij de meeste zeeanemonen zo. Overigens zie je dat bij deze soort niet, want meestal zit hij tot aan de tentakelkrans in het slib. Zo ongeveer 200 tamelijk korte tentakels. Soms is de mondschijf extreem breed. Kleur van de zuil meestal grijzig. De mondschijf en de tentakels zijn enorm variabel van kleur: oranje, paars, wit, groen, bruin, etc. Maar nooit in de rode tinten – dit in tegenstelling tot S. elegans . Vaak, maar niet altijd, een vlekkenpatroon, waarbij de tentakels er dan gebandeerd uitzien. Soms een witte band dwars over de mondschijf.
Voedsel:
Plankton.
Voortplanting:
Sexuele voortplanting via ei- en zaadcellen die in het water worden losgelaten; dat heeft tot gevolg dat de variatie in de verschillende populaties groot is, in elk geval een stuk groter dan bij soorten die alleen aan voortplanting door deling doen. Daar hebben immers alle nakomelingen van een individu hetzelfde uiterlijk en blijven ze ook nog dicht bij elkaar, want zeeanemonen zijn niet zulke reizigers.
Leefgebied:
Op slibbig zand of slib, daarin bijna geheel ingegraven. Op zo’n 15 cm diepte zit het dier meestal vastgehecht aan een steen of een schelp. Ook wel in zand of schelpengruis. Maar in het algemeen op plaatsen waar veel slib neerslaat. Bij teveel licht trekt het dier zich terug in de bodem. Deze soort gedijt zowel bij een hoog als bij een laag zoutgehalte. Komt voor van laag in het intergetijdengebied tot zeker 50 m diepte.
Verspreiding:
Oostelijke Atlantische Oceaan, van IJsland en Noorwegen tot Portugal en rond de Britse Eilanden. Tevens in de Middellandse Zee.
Opmerking:
Het belangrijkste verschil met de andere soorten uit het geslacht Sagartia is, dat alleen deze soort echt in het slib voorkomt. De Nederlandse naam van de andere soorten zou je op een ander idee kunnen brengen (ze heten allemaal ‘slibanemoon’), maar dat is dus niet juist. In Nederlandse wateren komen naast de gewone vooral de sierlijke (Sagartia elegans ) en de kleine slibanemoon (Sagartia ornata ) voor.