Palaemon elegans (Rathke, 1837)
Nederlandse naam:
Gewone steurgarnaal
Beschrijving:
Deze soort lijkt veel op de overige Palaemon soorten. Lengte tot 63 mm. Het rostrum heeft maximaal 9 tanden op de bovenkant, waarvan twee of drie achter de ogen.
Kleur:
Doorschijnend met een donkere grijsbruine strepen dwars over de rug en een patroon van dunnere strepen en stippen daartussen. Op de carapax eveneens dergelijke lijnen, maar hier overheerst de lengterichting in het patroon. Op de gewrichtspunten van de poten gele vlekjes.
Leefgebied:
In het intergetijdengebied, vooral tussen rotsen en stenen met veel holletjes om in weg te kruipen. Ook wel op zandige of slibbige bodem, maar dan moeten er wel stenen of rotsen in de buurt zijn. Je vindt ze dan soms onder stenen als je die omkeert.
Verspreiding:
West-Europa tot westelijk Afrika, de Canarische Eilanden, Madeira en de Azoren.