Obelia geniculata (Linnaeus, 1758)
Nederlandse naam:
Geknoopte zeedraad
Beschrijving:
Deze soort is in één oogopslag te herkennen. Er is een soort platte wortelmassa op de ondergrond en daaruit rijzen de stelen duidelijk zigzaggend op. De hoogte is 2,5 tot 5 cm en de omvang van een kolonie kan zo'n 30 cm bedragen. Een enkele keer zijn de stelen ook vertakt. De poliepenhuisjes (hydrothecae) zitten op korte, geringde steeltjes op de 'knieën' van de steel. Het zijn ondiepe theca met gladde randen en de poliepen steken er met hun tentakelkrans uit. De gonotheca zijn langwerpig en hebben een soort kraagje bij de opening. Ze zitten vlak de hydrotheca. De kleur is doorschijnend wit, waarbij de stelen naar beneden toe geleidelijk lichtbruin worden.
Voortplanting:
In de zomer, door middel van vrijzwemmende medusen (o_geniu2.tif).
Leefgebied:
De soort wordt veel aangetroffen op grote wieren - vooral suikerwier (Laminaria saccharina ) en de gezaagde zee-eik (Fucus serratus ), verder op schelpen, stenen en hout.
Verspreiding:
Bijna overal ter wereld in gematigde tot subtropische streken.