Ligia oceanica

Ligia oceanica (Linnaeus)

Nederlandse naam:
Zeepissebed

Beschrijving:
Deze bekende soort is 2,5 cm lang, soms tot 3 cm en tamelijk breed: ca. 1,3 cm. Zeer afgeplat lichaam. Hij heeft twee paar antennes op zijn kop, maar het ene paar is zo klein dat je ze alleen bij sterke vergroting kunt zien en het andere paar is juist behoorlijk groot. Direct achter de aanhechting daarvan aan het lichaam is het kopstuk zichtbaar, waarop aan weerszijden een paar relatief grote ogen zit. Er zijn 7 segmenten te onderscheiden in het borststuk, elk met een paar relatief lange poten en 6 paar in het veel kortere achterlijf. De kleur is grijsbruin, een beetje gespikkeld, zodat hij goed als schutkleur kan dienen. Ook wel groengrijs tot geel.

Voedsel:
Kleine kreeftachtigen, afstervende wieren, waar hij stukjes afschraapt en ander organisch materiaal dat van de ondergrond wordt afgeschraapt.

Voortplanting:
De zeepissebed doet dat slechts éénmaal in zijn leven en sterft in datzelfde jaar. Het dier wordt niet ouder dan 3 jaar.

Leefgebied:
Op rotsige en stenige kusten, op de pijlers van havenpieren en dergelijke, rond of boven de hoogwaterlijn. Overdag in spleten, holletjes en onder wierbossen. 's Avonds en 's nachts komen ze tevoorschijn om te jagen - die grote ogen komen daarbij vast van pas. Als hij verstoord wordt kan hij bliksemsnel wegschieten naar een of ander holletje. Dat gedrag ziet er een beetje uit als dat van kakkerlakken. Dat is de reden, dat de Amerikanen dit dier een zeekakkerlak noemen.

Verspreiding:
Van Noorwegen en de Oostzee tot in de Middellandse Zee; aan de Amerikaanse oostkust van Cape Cod tot Maine of nog zuidelijker.

%LABEL% (%SOURCE%)