Laminaria saccharina (Linnaeus) Lamouroux
Nederlandse naam:
Suikerwier
Beschrijving:
Dit grote bruinwier behoort tot de soorten die kelpwouden kunnen vormen. Het bestaat uit een tamelijk korte steel met daaraan een onvertakt blad, dat wel 2 m lang kan worden en 30 cm breed. Het blad is vaak gegolfd en gebobbeld, maar ook wel gewoon glad. Stevig, leerachtig oppervlak. Geen middennerf, hoewel de fijnere bobbels in het midden daar soms wel een beetje aan doet denken. Het geheel zit vast aan de ondergrond met een kluwentje 'wortels'.
Kleur:
Bruin, naar de top toe vaak wat lichter. Het is een meerjarige plant.
Leefgebied:
Laag in het intergetijdengebied tot ca. 20 m diepte op plaatsen met helder water, in Nederland echter veel minder diep. Op rotsen en stenen, soms op houten of metalen constructies - zoals havenpieren en pijlers van booreilanden. Het meest op enigszins beschutte plaatsen; toch wordt de soort ook wel gevonden aan de open Noordzeekust. Komt vaak samen voor met het vingerwier Laminaria digitata - waarvan het goed te onderscheiden is, doordat de laatste een voornamelijk glad en duidelijk vertakt blad heeft.
Verspreiding:
Vanaf Noorwegen tot Portugal.
Opmerking:
Deze soort is samen met andere kelpwieren van commercieel belang, omdat het een bron is van agar en mannitol. De naam suikerwier komt van de eigenschap, dat zich suikerkristallen vormen op het oppervlak wanneer de plant uitdroogt.