Inachus phalangium Fabricius, 1775)
Nederlandse naam:
Gladde sponspootkrab
Beschrijving:
Qua slankheid zit deze soort tussen de spinkrabben en de hooiwagenkrabben in. De lengte van het rugschild kan 20 mm worden, de breedte 17 mm (elders kan hij mogelijk 3,5 cm lang worden). Op de rug zes forse knobbels die net geen stekels zijn, in een tamelijk vast patroon: drie langs de achterrand en drie in een driehoek daarvoor. Poten dun en lang, maar de schaarpoten zijn relatief stevig. De scharen zelf zijn weer tamelijk klein. Kleur: geelbruin. Vaak gecamoufleerd met stukjes van andere organismen.
Leefgebied:
Op rotsige bodems of grind- en schelpenbodems, tussen wieren en andere begroeiing. Van ondiep water tot ca. 55 m.
Verspreiding:
Van Noorwegen tot West-Afrika, bij de Kaapverdische Eilanden en in de Middellandse Zee. In Nederlandse wateren zeldzaam.