Gracilaria verrucosa

Gracilaria verrucosa (Hudson) Papenfuss

Nederlandse naam:
Knoopwier

Beschrijving:
Van de Nederlandse namen is dundraad meer toepasselijk dan knoopwier, want de 10 tot 50 cm hoge plant bestaat uit een ronde hoofdsteel van ca. 2 mm in doorsnede met onregelmatige vertakkingen. Alle punten van de hoofdsteel en zijtakken zijn spits. De zijtakjes zijn ook aan de basis dun. De soort lijkt op Cystoclonium purpureum , maar is minder vertakt. Hij zit vast aan de ondergrond met een hechtschijf. Soms komen er meerdere hoofdstelen uit één hechtschijf. De kleur is donkerrood. Toch kun je bijna geheel groene exemplaren vinden, speciaal in de zomer op plaatsen met veel licht. Deze verkleuring komt bij veel roodwieren voor. Op doorsnede is een grootcellige parenchymatische medulla te zien.

Voortplanting:
's Zomers zitten er over de hele plant verspreid wratachtige voortplantingsorgaantjes ('cystocarpen' genaamd). In de winter is er bijna niets van deze wiersoort terug te vinden, omdat hij voor het grootste deel is afgestorven.

Leefgebied:
In het intergetijdengebied en iets dieper, op rotsen, stenen en schelpen. Soms is de steen of schelp waarop hij vastzit door sediment - zand of slib - bedekt, maar groeit de plant toch door. Dan lijkt het of hij in het zand wortelt, maar dat is dus niet waar. De soort dringt ook in het brakke water door.

Verspreiding:
Deze soort komt over vrijwel de gehele wereld voor in de gematigde en subtropische gebieden.

Opmerking:
Deze soort is commercieel van belang, omdat er agar uit gehaald wordt. Agar kan voor veel dingen gebruikt worden, onder meer als voedingsbodem voor bacteriekweken, maar ook als grondstof in cosmetica, tandpasta en dergelijke. Wereldwijd is de agarindustrie niet onaanzienlijk.

%LABEL% (%SOURCE%)