Electra pilosa

Electra pilosa (Linnaeus, 1767)

Nederlandse naam:
Harige vliescelpoliep

Beschrijving:
De kolonies van dit mosdiertje vormen dunne overtrekjes op allerlei substraten. De vorm is meestal onregelmatig, maar soms stervormig. Met enige ervaring is de soort wel met het blote oog te onderscheiden, al is het vrij lastig om aan te geven waar je het dan aan ziet dat het juist deze soort is en niet een andere. Met een sterke loep of een (stereo)microscoop kun je veel meer details zien. De zoïden zijn langwerpig ovaal, zo’n 0,45 bij 0,3 mm groot. Ongeveer 1/3 van de voorkant van een zoïde, namelijk het stuk dicht bij de ‘steel’ is bezet met kleine gaatjes. Daarboven zit een ovale opening met een membraan ervoor en met 3 tot 13 tanden langs de rand. De onderste in het midden is daarvan de langste, en kan uitgroeien tot een flinke stekel. Bij oudere zoïden kunnen de stekels zijn afgebroken.
Doordat de zoïden wieren kunnen overgroeien kan een typische opgerichte groeivorm ontstaan. Deze vorm is vroeger beschreven als E. verticillata .

Kleur:
Wit tot grijzig, ziet eruit als een heel teer netwerkje. Dat wordt, net als sommige andere mosdiertjes, wel eens met kant vergeleken. Ook buiten het water blijft dit beeld bestaan, omdat wat je ziet in feite de verkalkte celwandjes zijn. Die blijven veel langer intact dan de levende inhoud.

Voedsel:
Plankton.

Voortplanting:
Ovicellen zijn zoïden gespecialiseerd voor de voortplanting; het zijn ronde of ovale kamertjes met daarin 1 embryo, ontstaan aan de buitenzijde van vruchtbare zoïden.

Leefgebied:
Echt zout water – dus niet in brak water. Vormt dunne overtrekjes op diverse soorten ondergrond, zoals stenen, schelpen, wieren – vooral Fucus serratus . Electra pilosa komt voor in de onderste helft van het intergetijdengebied en in ondiep water. Heeft enige stroming in het water nodig om voldoende voedsel en zuurstof langs te krijgen. Zeer algemeen.

Verspreiding:
Kosmopolitische soort, in alle wereldzeeën.

Opmerking:
De nauwverwante Electra crustulenta komt vooral voor in water met lagere zoutgehaltes, zoals in riviermondingen. Met name daardoor kan deze soort van E. pilosa onderscheiden worden.

%LABEL% (%SOURCE%)