Echinocardium cordatum

Echinocardium cordatum (Pennant, 1777)

Nederlandse naam:
Zeeklit

Beschrijving:
Deze soort kan tot 9 cm lang worden, maar is meestal niet groter dan 6 cm. Hij hoort tot de onregelmatige zee-egels, want hij is niet rond en alzijdig symmetrisch. Wel kun je een linker en een rechterkant onderscheiden die symmetrisch zijn. Hij heeft veel korte stekels, die plat op het lichaam liggen en naar achteren gericht zijn: het dier krijgt daardoor een harig aanzien. Ook zijn er enkele langere, kromme stekels. Hij heeft vijf dubbele rijen zuigvoetjes. Eén daarvan is langer dan de andere en ligt in een verdieping van het skelet. Kleur: bruingeel. Je zult hem als duiker niet zo gauw tegenkomen, omdat hij het grootste deel van de tijd ingegraven in de zand- of modderbodem zit. Wel spoelt deze soort regelmatig op het strand aan, meestal als skelet, dus zonder de stekels.

Voedsel:
Kleine slakjes, tweekleppige schelpdieren en wormen.

Voortplanting:
De eicellen worden in het water bevrucht. Daaruit komen na verloop van tijd zogenaamde pluteuslarven, die een heel speciale vorm hebben en onder een microscoop gezien voor de zoveelste keer de vraag opwekken, hoe zo iets moois toch kan ontstaan. Na enkele gedaanteverwisselingen zakt de larve naar de bodem om daar uit te groeien tot een echte egel.

Leefgebied:
Tot ongeveer 230 m diepte. Ingegraven in zand of slikbodems, op 8 tot 20 cm onder het oppervlak; soms wel 20 dieren per vierkante meter. Het dier kan zich met behulp van zijn stekels heel snel ingraven.

Verspreiding:
De zeeklit is de zee-egel met een grote verspreiding. Hij komt voor van Noorwegen en IJsland tot in Zuid-Afrika, Australië en Japan, in de Middellandse Zee en aan de Noord- en Zuid-Amerikaanse Atlantische kusten.

Opmerking:
Nederlandse vissers noemen de zeeklit ook wel koeten-ei. Ze hebben een enorme hekel aan dit dier. In de wat noordelijker gelegen visgebieden zoals de Oestergronden kan een bodemvisnet (boomkor bijvoorbeeld) geheel gevuld met zeeklitten boven water komen, zo dicht opeengepakt leven ze soms op de bodem. Het is duidelijk dat de visser die dit overkomt daar niet blij mee zal zijn.

%LABEL% (%SOURCE%)