Donax vittatus (Da Costa, 1778)
Nederlandse naam:
Zaagje
Beschrijving:
Een zeer bekende schelp. Hij is bijna 4 cm lang, en half zo hoog. Karakteristiek is dat ze een zeer glad en glimmend oppervlak en vrijwel geen concentrische ribbels hebben. De onderrand is bol en heeft een tamelijk grove karteling aan de binnenzijde: vandaar de naam. De binnenkant is meestal ook mooi glad en kan diverse kleuren hebben, meestal zachte pasteltinten in paars, roze of geel. Bovendien kun je aan de binnenkant een soort groeiringen zien: wat bredere banden met weinig kleur. De kleur van de buitenkant kent eveneens vele variaties, vooral in de bruingele en paarsroze tinten.
Leefgebied:
In het intergetijdengebied tot enkele meters daaronder, ingegraven in zandige bodems – dat ingraven kunnen ze overigens razendsnel. Ze houden nogal van een beetje golfslag (branding), en zijn dan ook langs vele zandstranden algemeen.
Vaak zie je als duiker dan ook niets anders van deze soort dan de beide halfdoorzichtige siphonen, ongelijk van lengte, die uit de bodem steken en losse schelpen.
Verspreiding:
Van Noorwegen tot Noordwest-Afrika en in de Middellandse Zee.