Cladophora rupestris (Linnaeus) Kützing
Nederlandse naam:
Rotswier
Beschrijving:
Een stuk kleiner dan de andere drie hier genoemde soorten (Cladophora albida , Cladophora laetevirens en Cladophora sericea ), maar waarschijnlijk wel de best herkenbare. Kleur zeer donkergroen. Hoogte 10 tot maximaal 20 cm. Hoofdassen en topcellen van middelmatige dikte. Groei voornamelijk intercalair. Vaak ligt een aantal zijtakken (tot 6) dicht tegen elkaar aan, zodat ze schijnbaar een hele dikke hoofdas vormen. Mede daardoor voelt de plant stug aan. Topcellen cilindrisch. Vormt ruige bosjes wier. Koloniseert grotere oppervlakken, door middel van scheuten vanuit de basis die op enige afstand weer nieuwe bosjes wier vormen.
Leefgebied:
Op stenen en rotsen in het intergetijdengebied en vlak daarboven; vaak als ondergroei bij grotere bruinwieren als Fucus serratus .
Verspreiding:
Atlantische Oceaan en randzeeën; Middellandse Zee.