Catenella caespitosa (With.) Dixon et L. Irvine
Beschrijving:
Een merkwaardig roodwiertje, dat bestaat uit korte (ca. 3 cm lange) blaadjes die op onregelmatige afstanden wat ingesnoerd zijn; weinig vertakt. Er zijn over de bodem kruipende stukken en rechtopstaande stukken; het geheel wekt een mospol-achtige indruk (polletjes zo'n 5 cm in doorsnee).
Leefgebied:
Op rotsen en stenen hoog in het intergetijdengebied en nog wat daarboven. Soms op de voet van bruinwieren zoals Fucus en Pelvetia .
Verspreiding:
West-Europa. In Nederland vooral in de Westerschelde (westelijk deel) en de Oosterschelde; zeldzaam in de Waddenzee. Komt ook op schorren voor, in een aangepaste vorm.
Opmerking:
Vaak nog vermeld onder de naam Catenella repens (Lightf.) Batt. ('repens' betekent 'kruipend'). Een nog oudere naam luidt Catenella opuntia , hetgeen slaat op het cactus-achtige uiterlijk dat ontstaat door de genoemde insnoeringen van de takjes.