Ascophyllum nodosum

Ascophyllum nodosum (Linnaeus) Le Jol.

Nederlandse naam:
Knotswier

Beschrijving:
De planten zijn tot ca. 1,5 m lang. Taai, leerachtig van structuur. Ze zitten met een hechtschijf op rotsen en stenen en andere harde substraten vast. De hoofdstengels (vaak meerdere per hechtschijf) zijn afgeplat, ca. 1 cm breed en onregelmatig vertakt. De rand van de stengels en takken is vaak licht gezaagd. Karakteristiek zijn de vele drijfblazen, die op tamelijk regelmatige afstanden in stengels en takken zitten, en tot ca. 3 cm groot zijn (a_nodou3.tif). Bij hoog water houden zij de plant rechtop.

Kleur:
Bronsgroen.

Voortplanting:
In de winter zijn vele gesteelde geel-oranje blaasjes (receptacula) te zien die vastzitten in de inkepingen op de rand van stengels en takken. Hierin bevinden zich de voortplantingsorganen. Op dezelfde plant komen zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen voor. Ze zijn te onderscheiden aan de kleur: de vrouwelijke zijn groen, de mannelijke oranje (daarvoor moet je dus die blaasjes openmaken).

Leefgebied:
Algemeen op rotsige en stenige kusten hoog in het intergetijdengebied. Houdt van tamelijk beschutte omstandigheden. Vaak in zeer dichte velden en met enkele andere soorten bepalend voor het aanzicht van zulke kusten. Duidelijke band in de zonering.

Verspreiding:
Beide zijden van de Atlantische Oceaan.

Opmerking:
Op deze soort groeit vaak een roodwiertje: Polysiphonia lanosa . Ook andere wiersoorten kunnen epifytisch op deze soort voorkomen.

%LABEL% (%SOURCE%)