Agonus cataphractus

Agonus cataphractus (Linnaeus, 1758)

Nederlandse naam:
Harnasmannetje

Beschrijving:
Lengte tot 20 cm, maar meestal niet groter dan 15 cm. Afgeplat en smal lichaam, met een veel dikker en breder kop borst gedeelte. Het hele lichaam is bedekt met beenplaten. 4 stekels op de snuit. Baarddraden. Typisch omhoog gericht neusje.

Kleur:
Groenbruin met een viertal donkere dwarsbanden.

Voedsel:
Garnalen en andere kreeftachtigen, wormen, viseieren, weekdieren. Hij houdt dus van van alles, als het maar klein genoeg is.

Voortplanting:
Van februari tot mei (volgens anderen vroeger: van oktober tot januari) worden de eieren in kluitjes op (de 'wortels' van) bruinwieren afgezet. Na 10-11 maanden komen deze uit. De larven blijven in het plankton tot ze ongeveer 2 cm lang zijn, daarna gaan ze op de bodem leven. Dat gebeurt gewoonlijk in de zomer.

Leefgebied:
Solitaire bodemvis. Komt voor van net onder de laagwaterlijn tot zo'n 270 m diepte, voornamelijk op zandbodems met veel losse stenen. Oudere dieren zitten zowel op zand- als slibbodems.

Verspreiding :
Atlantische Oceaan, van IJsland en Noorwegen tot aan Frankrijk, ook rond de Britse Eilanden.

%LABEL% (%SOURCE%)