Nassarius reticulatus (Linnaeus, 1758)
Nederlandse naam:
Gevlochten fuikhoren
Beschrijving:
Stevig huisje van zo'n 3 cm lengte, grijs tot grijsbruin van kleur - soms groenachtig en soms ook met donkerder banden. Typerend is het vakjespatroon, dat ontstaat door een combinatie van concentrische (spiraal)-ribbels met lengteribbels. De doorsnede op het breedste deel is maximaal 14 mm.
Voedsel:
Dit is een aaseter. Hij heeft een extreem goede reukzin, want als er ergens een dood dier in het water terechtkomt, zit dat kadaver in een mum van tijd vol met fuikhoorns van meters uit de omtrek. Soms zie je het wel onder water: een massa fuikhorens in de vorm van een platvis bijvoorbeeld. Daar zit gegarandeerd een dode platvis onder, al moet je de fuikhorens verwijderen om er iets van te kunnen zien.
Leefgebied:
Vanaf de laagwaterlijn tot ca. 15 m diepte, in spleten en onder stenen, vaak ook ingegraven in de modder, waarbij dan alleen de adembuis (sipho) boven het zand uitsteekt. Houdt van plaatsen waar slib bezinkt, dus tamelijk beschut.
Verspreiding:
Algemene soort van Noorwegen tot aan de Canarische Eilanden en de Azoren en in de Middellandse Zee.