Diplosoma listerianum (Milne-Edwards, 1841)
Nederlandse naam:
Geleikorstzakpijp
Beschrijving:
Nogal wat zakpijpsoorten die we nu in ons gebied vinden, kwamen daar vroeger niet voor. Ze zijn ofwel door natuurlijke oorzaken, ofwel door toedoen van de mens ingevoerd. Zo kunnen larven meekomen met ballastwater in schepen, volwassen dieren als aangroeisel op de huid van schepen, of bijvoorbeeld als niet bedoeld bestanddeel van een lading oesters.
Deze soort werd in de zeventiger jaren voor het eerst in Nederland aangetroffen. Hij vormt een dunne overtrek over allerlei ondergrond. De individuen zijn ongeveer 2 mm lang. De kleur is grijs tot geelgrijs. De plakkaten kunnen een doorsnede bereiken van zo'n 15 cm. Het uiterlijk is, zoals de Nederlandse naam zegt, gelatineus en doorzichtig. Als je goed kijkt, zie je allemaal zwarte puntjes in die geleimassa zitten: dat zijn de aparte individuen. Daarnaast zijn de veel grotere gemeenschappelijke uitstroomopeningen duidelijk te herkennen.
Voedsel:
Kleine planktondeeltjes worden naar binnen gezogen door de waterstroom die de dieren zelf opwekken. De onverteerbare resten worden door de gezamenlijke uitstroomopeningen weer verwijderd.
Leefgebied:
Op stenen, hout, wieren, andere zakpijpen, van de laagwaterlijn tot ca. 80 meter diepte. In gebieden zonder getij komt hij tot aan de oppervlakte voor.
Verspreiding:
West-Europese kusten en Middellandse Zee.
Opmerking:
Er zijn enkele verwante soorten die hier sterk op lijken. Je kunt hem echter niet verwisselen met een spons, zoals met sommige van deze kolonievormende zakpijpen wel eens gebeurt. Er is namelijk geen enkele spons die zo'n transparant uiterlijk heeft.