Cyanea capillata (Linnaeus)
Nederlandse naam:
Gele haarkwal
Beschrijving:
Doorzichtige, vrij platte hoed met langs de rand een serie lobben - 16 of 32 stuks. De tentakels ontspringen een eindje van de rand van de hoed. Er is geen ringkanaal langs de rand.
Er zijn veel (meer dan 150) tentakels, ze zijn meterslang, en vaak zitten ze in 8 slordige groepen. Ze steken behoorlijk! En omdat ze zo lang zijn, kom je er als duiker mee in aanraking voordat je het weet. Ook als ze op het strand gespoeld zijn, blijven de netelcellen nog lang actief. Sommige boeken duiden deze kwal aan als zeer gevaarlijk! De Engelse naam 'Lion's Mane' zegt ook wel iets.
Tussen de tentakels bevindt zich de mond met de 4 mondlobben, die dienen om het voedsel te geleiden. Afwisselend geplaatst met deze lobben zitten de geslachtsorganen, in 4 sterk gewonden banden.
Deze soort kan in noordelijke wateren wel 2,5 meter in doorsnede worden, met een 60 cm hoge hoed. Het is de grootste kwal ter wereld. In West-Europa is 50 cm doorsnede wel het maximum.
Kleur:
Zoals de naam aangeeft, vaak geelachtig, maar rood en allerlei kleurovergangen tussen rood en geel komen ook voor. De oudere en grotere exemplaren zijn vaak wat roder.
Voortplanting:
In de winter scheidt het bodemstadium (scyphistoma) schijfjes af (strobilatie), die direct kleine kwalletjes worden (ephyra's) en daarna uitgroeien tot de volwassen kwal. Kleine kwallen vinden we in het voorjaar, en volwassen kwallen in de herfst. De bevruchting van de eicellen vindt in het vrije water plaats, en de larven verblijven enige tijd in het plankton voordat ze naar de bodem zakken om daar een soort poliepje te vormen. Dan begint de cyclus opnieuw.
Leefgebied:
In het ondiepe water, vaak dichtbij de kust; het voorkomen in volle zee is niet zo goed bekend.
Verspreiding:
Van de poolzee tot de Franse Oceaankust. Westelijke Oostzee. Aan beide Noord-Amerikaanse kusten, van de poolzee tot Mexico en Californië.