Corophium volutator (Pallas, 1766)
Nederlandse naam:
Langspriet
Beschrijving:
Slank, nogal afgeplat lijf, met in verhouding enorme onderste antennes, die bovendien nog een haakje aan het einde hebben. Lengte 8 tot 10 mm (1,5 cm is ooit gevonden). Kleur vuilwit of lichtbruin, met een fijn donkerbruin lijnenpatroon. Voor op de kop een vooruitstekend gedeelte, rostrum geheten, dat bij deze soort vrij kort en afgerond is. Het laatste paar looppoten is veel langer dan de rest. Er zijn nog veel meer kenmerken, maar dat is meer iets voor specialisten.
Voedsel:
Kleine planktondiertjes; organisch afval dat op de bodem terechtkomt.
Leefgebied:
Op slibbodems in het intergetijdengebied. Ze bouwen u-vormige kokers van slib in de bodem, waar ze in leven. Ze worden ook wel zwemmend aangetroffen. Die huisjes zijn trouwens niet 'voor het leven': ze verhuizen nogal eens. Op sommige plaatsen vinden we massa's van die kokertjes in de bodem. Soms ook in een dunne sliblaag op een harde ondergrond, zoals op een scheepswrak. Ze kunnen nogal goed tegen extreme zoutgehaltes, want ze komen ook voor in brak water, op schorren en kwelders en in zoutmoerassen.
Verspreiding:
Van Noorwegen en de Oostzee, veel in de Waddenzee en dergelijke gebieden, tot de Middellandse Zee.