Pagurus bernhardus

Pagurus bernhardus (Linnaeus)

Nederlandse naam:
Gewone heremietkreeft

Beschrijving:
Bij de heremietkreeften is het achterlijf niet beschermd door een kalkpantser. Het is ook gekromd. De oplossing die de heremietkreeften voor dit kwetsbaarheidsprobleem hebben gevonden bestaat daarin, dat ze met hun achterlijf in het verlaten huis van een slak kruipen. Kleine soorten en jonge exemplaren van grotere soorten gebruiken bijvoorbeeld de huisjes van alikruiken, grotere dieren vestigen zich in lege schelpen van de wulk (Buccinum undatum ). Ze hebben wel zekere voorkeuren, maar ze gebruiken in principe wat voorhanden is. Ze zien het echter niet als een bezwaar de oorspronkelijke eigenaar uit huis te zetten en op te eten. Een heremietkreeft zonder slakkenschelp is ten dode opgeschreven. Vele rovers zullen zo'n lekker zacht hapje niet laten lopen. Zo kon het ook gebeuren, dat op plaatsen waar de wulk uitstierf of bijna uitstierf (bijvoorbeeld de Nederlandse wateren) de heremietkreeften ook vrijwel verdwenen.
De gewone heremietkreeft is de grootste en meest algemeen voorkomende heremietkreeft in onze streken. De lengte van het rugschild kan 3,5 cm bedragen, de totale lengte 10 cm. Slechts twee van de vier paar looppoten zijn goed ontwikkeld. De andere heeft de kreeft toch niet nodig, want die zitten in het slakkenhuis. Opvallend is de asymmetrie: de ene schaarpoot en schaar is veel groter dan de andere. Dat is bijna steeds de rechter. Beide schaarpoten en scharen zijn voorzien van enkele lengterichels met daarop een rij knobbeltjes. N.B.: deze soort heeft nu echt ogen op steeltjes!

Voedsel:
Kreeftachtigen, wormen, schelpdieren en aas.

Voortplanting:
Dit is een hachelijke zaak, als je zo kwetsbaar bent. Hoewel natuurlijk elke krab of kreeft wel gewend is aan terugkerende periodes van kwetsbaarheid direct na de vervelling. Maar goed, de heremietkreeft heeft een buitengewoon lang voorspel ontwikkeld, om er absoluut zeker van te zijn, dat hij/zij niet voor niets zijn achterlijf ontbloot. De eigenlijke paring is dan ook binnen en minuut voorbij. Hopelijk hadden ze veel plezier aan het voorspel. De rest van de ontwikkeling gaat via de normale kreeftachtigen-patronen.

Leefgebied:
Intergetijdengebied en daaronder tot ongeveer 140 m diepte; er zijn zelfs exemplaren op 500 m gevangen. Hij komt voor op rotsige bodems, schelpenbodems en zachte bodems zoals zand en slib, maar niet op echte blubber. Verder tussen de begroeiing, waaronder zeegrasvelden.

Verspreiding:
Van Midden-Noorwegen en IJsland tot Portugal en de Middellandse Zee. Ook langs de oostkust van de Verenigde Staten en Canada; hoewel een Amerikaans boek wel een hele serie Pagurus-soorten noemt, maar deze niet. Misschien toch weer ergens een dubbele naam?

%LABEL% (%SOURCE%)