Elminius modestus

Elminius modestus (Darwin)

Nederlandse naam:
Nieuw-Zeelandse zeepok

Beschrijving:
Bijzonder aan deze soort is, dat zijn huisje maar uit vier kalkplaten plus de twee afdekplaten bestaat. Het is een klein pokje, van 0,5 tot 1 cm in doorsnede. De vorm is een lage kegel. De jonge exemplaren zijn bijna doorschijnen grijswit en hebben gladde zijkanten; ouder dieren zijn bruingrijs en hebben opvallend grof vertikaal geribbelde zijkanten. De opening is relatief groot en ruitvormig. De afdekplaten zijn grijzig en hebben een oranjebruine tekening nabij de top.

Voortplanting:
Het gehele jaar door. De meeste nieuwe pokken vestigen zich in het zomerseizoen.

Leefgebied:
Algemeen in het intergetijdengebied en ondiep water, op allerlei harde ondergrond, inclusief grotere wieren, krabben, etc. Houdt van tamelijk beschutte plekjes en kan goed tegen troebel water en lagere zoutgehaltes.

Verspreiding:
Hij komt nu algemeen voor in onze streken, maar dat is niet altijd zo geweest. In de jaren 40 van de 20ste eeuw werd hij voor het eerst bij Southampton waargenomen en heeft zich van daaruit over West-Europa verspreid. Waarschijnlijk is hij meegekomen met transportschepen vanuit Australiƫ of Nieuw Zeeland. De soort is inderdaad levend aangetroffen op de huid van een schip dat vanuit Australiƫ kwam en juist het Panamakanaal was gepasseerd. Verder Nieuw-Zeeland.

Opmerking:
Deze nieuwkomer verdringt langzaam maar zeker een in Europa inheemse soort: de brakwaterpok Balanus improvisus . Het zoveelste voorbeeld van een faunaverandering na de introductie van een nieuwe soort.
Deze zeepok kan een plaag voor oesterkwekers vormen, doordat hij de oesterschelpen bedekt, de groei belemmert en ook een plaatsconcurrent is.

%LABEL% (%SOURCE%)