Didemnum lahillei Hartmeyer, 1909
Nederlandse naam:
Druipzakpijp
Beschrijving:
Kolonievormende zakpijp. De individuen zitten in een verbindende massa en zijn slechts 1 tot enkele mm groot. Deze soort behoort tot een groep die overal over heen groeit. Vooral over ander organismen. Hij is pas sinds 1991 in Nederland gesignaleerd, maar bedekt nu al grote oppervlakken in bijvoorbeeld het Zijpe en de kom van de Oosterschelde. Kleur: bruingeel. De naam druipzakpijp slaat op de eigenschap, dat de door deze soort gevormde plakkaten vaak uitlopen op naar beneden hangende slierten - ongeveer zoals van een druipkaars (didemnu2.tif). Nou ja, als je het een keer gezien hebt, is het helemaal duidelijk, en zul je deze soort niet gauw meer voor een andere aanzien. Maar let wel op: soms zit er broodspons (Halichondria panicea en Halichondria bowerbankia ) tussen, en dan moet je toch even goed kijken om ze uit elkaar te houden.
Leefgebied:
Beneden de laagwaterlijn, voornamelijk over andere organismen heen groeiend - vooral de Japanse oester (Crassostrea gigas ) schijnt een geliefde ondergrond te zijn.
Verspreiding:
Tot nu toe buiten Nederland bekend van Plymouth (Engeland) en Bretagne.
Opmerking:
Waarvandaan en hoe de introductie in Nederland heeft plaatsgehad is ons niet bekend.