Caprella linearis (Linnaeus, 1767)
Nederlandse naam:
Wandelend geraamte
Beschrijving:
Het uiterlijk van deze kleine Amphipode spreekt voor zichzelf. Een klein, langgerekt en doorzichtig diertje; het mannetje wordt ruim 2 cm lang, het vrouwtje ca. 1,5 cm.
Het lichaam is zeer duidelijk in segmenten verdeeld. De middelste paar segmenten dragen slechts rudimentaire pootjes. De achterste poten eindigen in een soort grijphaakjes, terwijl de schaarpoten fors ontwikkeld zijn. Het achterlijf is nogal gereduceerd. Het vrouwtje draagt de eieren in een broedbuidel onder aan de buik.
Leefgebied:
Van het intergetijdengebied tot dieper water. Meestal tref je ze aan op wieren, sponzen of hydroïdpoliepen. Daarbij houden ze zich met de haakjes aan de achterpoten vast aan de ondergrond en met de schaarpoten wordt dierlijk plankton uit het water gevist. Als je er een ziet, moet je goed gaan kijken: vaak is een spons helemaal bedekt met deze diertjes, die dan allemaal met hun schaarpoten in het water staan te zwaaien.
Verspreiding:
Kosmopolitisch.