Atherina presbyter Cuvier, 1829
Nederlandse naam:
Koornaarvis
Beschrijving:
Lengte 10 tot 20 cm. Karakteristieke zilveren streep over de zijkant - die echter soms heel donker afsteekt, verder zilverkleurig, met soms een blauwe glans. Twee duidelijk gescheiden rugvinnen en een gevorkte staartvin.
Voedsel:
Plankton, vislarven en kleine bodemdieren en vissen. Is zelf prooi voor veel roofvissen. En onder die roofvissen zijn veel soorten van commercieel belang, zodat de koornaarvis zelf ook economisch belangrijk genoemd mag worden.
Voortplanting:
De eieren worden met hechtdraden aan wieren, zand en stenen vastgemaakt. De paaitijd ligt in zout water in het voorjaar, in brak water in de zomer.
Leefgebied:
Algemene vissoort die in soms zeer grote scholen meestal dicht bij de kust voorkomt. Enigszins schuw. Slaapt 's nachts op de bodem.
Verspreiding:
Van de Duitse Kust tot aan Afrika, Middellandse Zee en het meest westelijke stuk van de Zwarte Zee.
Opmerking:
De meeste leden van de familie der Koornaarvissen komen voor in tropische en subtropische wateren. Er zijn er ook een paar die in zoet water leven.