Archidoris pseudoargus (Rapp, 1827)
Nederlandse naam:
Citroenslak
Beschrijving:
Een in West-Europa tamelijk bekende en veel voorkomende zeenaaktslak. Hij kan tot 12 cm lang worden, wat groot is voor een zeenaaktslak. Hij is vaak geelbruin, met grote, onregelmatige donkerder bruine vlekken; maar het kleurpatroon is nogal variabel. Op de kop twee rhinophoren, die geribbeld zijn. Op het achterlijf een krans van kieuwen. Het lichaam zelf is nogal wrattig en gebobbeld van structuur.
Voedsel:
Korstvormende sponzen, vooral broodspons (Halichondria panicea ).
Voortplanting:
In het voorjaar in het noorden, in de herfst in het zuiden worden brede, vuilwitte spiraalvormige linten met eieren geproduceerd en vastgekleefd op diverse soorten harde ondergrond, meestal op rotsen en stenen, maar ook wel op hout, grote wieren of zeegras.
Leefgebied:
In het intergetijdengebied en dieper.
Verspreiding:
Van IJsland en Midden-Noorwegen tot in de Middellandse Zee; in Nederland vrij zeldzaam.