Bij de tweekleppigen is het lichaam zijdelings samengedrukt en is de schelp opgebouwd uit twee delen (kleppen), die door een niet verkalkte zone, de slotband, met elkaar verbonden zijn.
De bouw van de schelp komt overeen met die van de Gastropoda (slakken). De voet is echter sterk zijdelings samengedrukt en naar voren verplaatst: een aanpassing aan de gravende levenswijze. Tijdens de evolutie van de tweekleppigen heeft de mantel zich steeds verder naar de zijkanten van het lichaam uitgebreid. De schelp en de mantelholte zijn gelijktijdig groter geworden. Door de uitbreiding van de mantelholte heeft de weg van het ademwater zich gewijzigd: vergeleken met de oermollusk is de plaats waar het water de mantelholte binnenkomt van achter naar voren verplaatst.
Voor de tweekleppigen, ga naar: pagina 271.