Op het eerste gezicht lijken ribkwallen erg veel op het kwalstadium van hydroïdpoliepen en op schijfkwallen. Ribkwallen bezitten echter zelden netelcellen, maar zij hebben acht rijen zwemplaten. De darmholte eindigt in een grote mondbuis en een of twee anale poriën. De meeste soorten hebben, soms alleen als larve, twee lange vertakte tentakels, die in een schede teruggetrokken kunnen worden. De tentakels zijn voorzien van kleefcellen (colloblasten); hiermee wordt plankton gevangen. Slechts bij één soort zijn netelcellen gevonden.
Voor de ribkwallen, ga naar: pagina 259.